4. De Blauwe Lotus
Schrijver: | | Hergé |
Tekenaar: | | Hergé |
Jaar: | | 1936 |
Kuifje is in Brits-Indië nog steeds te gast bij de maharadja van Rawajpoetalah. Een fakir leest Kuifjes hand en ziet drie mannen voor wie Kuifje moet oppassen: de fakir uit Kuifjes vorige avontuur die inmiddels uit zijn gevangenschap is ontsnapt, een blanke man die door Kuifje dood wordt gewaand en een gele man met zwart haar en een bril. Kuifje wordt even later benaderd door een Chinese bode. Echter, voordat deze man zijn verhaal kan doen wordt hij vanuit het achtergelegen bos vergiftigd met een pijltje met daarin het Kuifje inmiddels bekende gekmakende vergif radjaïdjah. De dader is gevlucht, het moet de ontsnapte fakir zijn. De Chinese man kan, voordat het gif begint te werken, nog net iets uitbrengen over een zekere Mitsuhirato, een Japanse zakenman in Shanghai.